Monitoring waterkwaliteit Ir. G. Tjalmaweg
Categorieën
Bij de verdieping en verbreding van de Ir. G. Tjalmaweg als onderdeel van de RijnlandRoute heeft de aannemer de bouwstof Beaumix toegepast. Beaumix is gecertificeerd, en voldoet aan de hiervoor gestelde regels.
Omdat een aantal partijen Beaumix er vervuild uitzagen – onder andere door de zichtbare aanwezigheid van batterijen en plastic – zijn er bij het gemeentebestuur en de omgeving zorgen ontstaan over de mogelijke gevolgen voor het milieu. Het gemeentebestuur heeft daarom besloten om uit voorzorg de kwaliteit van het grond- en oppervlaktewater de komende jaren te gaan monitoren.
Meting kwaliteit grond- en oppervlaktewater
Vanaf begin 2023 wordt de kwaliteit van het grond- en oppervlaktewater rond de Ir. G. Tjalmaweg door middel van jaarlijkse monstername gecontroleerd. Voorlopig gaat dit tien jaar gebeuren. In opdracht van de gemeente Katwijk en de Omgevingsdienst West Holland heeft ingenieursbureau IDDS hiervoor een plan opgesteld. Op 24 januari 2023 is de omgeving tijdens een bewonersbijeenkomst over dit plan geïnformeerd.
In maart 2024 was de tweede meting. Er zijn op ongeveer tien locaties monsters genomen van het grondwater langs de Tjalmaweg. Deze monsters zijn onderzocht op de aanwezigheid van verschillende metalen. De resultaten laten zien dat de hoeveelheid metalen in de monsters direct langs de Tjalmaweg binnen de gestelde toetsnormen valt. Dat betekent dat de onderzochte metalen niet in een hogere concentratie aanwezig zijn dan is toegestaan volgens het Besluit Bodemkwaliteit.
In monsters die op grotere afstand van de Tjalmaweg zijn genomen, zijn voor enkele onderzochte stoffen lichte verhogingen ten opzichte van de toetsnormen geconstateerd. Dit is het geval voor sulfaat, arseen, barium en zink. Deze verhogingen zijn niet zorgwekkend, omdat voor deze stoffen bekend is dat zij in verhoogde waardes in deze regio voorkomen. Bovendien kan de mate waarin deze stoffen in het grondwater zitten over periodes schommelen. Daarnaast zijn deze overschrijdingen juist aangetroffen op meetlocaties die wat verder weg liggen van de Tjalmaweg. Het is daarmee niet aannemelijk dat de licht verhoogde concentraties veroorzaakt zijn door de toegepaste Beaumix. Op de meetpunten die het dichts bij de toegepast Beaumix liggen, zijn geen verhoogde waardes geconstateerd.
De meetresultaten geven nu geen aanleiding tot directe vervolgacties, omdat pas over een periode van meerdere jaren duidelijk is of er een structurele verhoging van bepaalde metalen aanwezig is. Het is bijvoorbeeld goed mogelijk dat de verhoogde waarden die nu zijn gemeten, volgend jaar teruggezakt zijn tot onder de toegestane norm.
In maart 2023 is de eerste meting gestart. Er zijn op zo’n tien plekken rond de Tjalmaweg monsters genomen van het grond- en oppervlaktewater. In het grond- en oppervlaktewater zijn geen bijzonderheden aangetroffen. In het water dat uit de pompkelder onder de N206 stroomt, zijn wel stoffen aangetroffen die te maken hebben met Beaumix. Dit is direct bij het hoogheemraadschap van Rijnland en provincie Zuid-Holland gemeld. De waterstroom uit de pompkelder is direct dichtgezet.
Afvoeren via het riool
Het drainagewater is tijdelijk met vrachtwagens afgevoerd naar een zuiveringsbedrijf. In maart 2024 is een langere termijn oplossing in gebruik genomen. Het vervuilde water wordt vanaf dat moment geloosd op het riool. Voor deze oplossing is nu samen met de provincie Zuid-Holland en het hoogheemraadschap van Rijnland gekozen.
Voordat het drainagewater het riool ingaat, wordt de pH-waarde verlaagd naar onder de 10. Hiervoor is een speciale installatie in de pompkelder geplaatst. Vervolgens loopt het water, vermengd met het andere rioolwater, naar de afvalwaterzuiveringsinstallatie. Hier wordt al het rioolwater gezuiverd om uiteindelijk weer in de waterketen terug te kunnen stromen. Het hoogheemraadschap monitort of de waterkwaliteit aan de normen voldoet.
Plan van aanpak
Wanneer er een calamiteit optreedt, bestaat het risico dat er tijdelijk niet op het riool geloosd kan worden. Dit kan bijvoorbeeld gebeuren bij langdurige regenval, een kapotte pomp of het uitvallen van het monitoringssysteem. Voor de lozing op het riool heeft provincie Zuid-Holland samen met gemeente en hoogheemraadschap, afspraken over de afvoer van het drainagewater, de monitoring ervan en de handelwijze bij eventuele storingen vastgelegd in een plan van aanpak.
In het plan staan ook afspraken om in de toekomst het drainagewater weer gecontroleerd naar het oppervlaktewater af te voeren. Dit kan alleen als de gemeten waarden veilig zijn voor mensen, dieren en planten. Dit besluit wordt genomen door het hoogheemraadschap, in overleg met de andere partijen.
Veelgestelde vragen
Bij de aanleg van het tracédeel Tjalmaweg van de RijnlandRoute is door de aannemer gebruikgemaakt van de bouwstof Beaumix. Een deel van de gebruikte Beaumix zag er vervuild uit, er waren onder andere batterijen en stukken plastic zichtbaar. Wij willen met deze monitoring bekijken of er uitloog-effecten, de vakterm als mogelijke schadelijke stoffen uit de Beaumix in het grond- en oppervlaktewater komen, zijn op het grond- en oppervlakte water door de toepassing van Beaumix.
In de uitloogtest (cascadeproef) die in 2021 is gedaan, is door middel van een simulatie (versnelde uitloog) getest welke stoffen er uit de Beaumix uitlogen. Hierbij zijn alleen genormeerde stoffen onderzocht. In de monitoring die we nu gaan doen, gaan we de werkelijke uitloogwaarden de komende tijd controleren. Daarnaast gaan we ook kijken naar een aantal niet-genormeerde stoffen waarvan we uit eerder onderzoek weten dat ze onderdeel zijn van Beaumix. Omdat voor deze stoffen geen maximaal toelaatbare waarden zijn vastgesteld, kunnen we alleen monitoren hoe de hoeveelheid van deze stoffen in het grond- en oppervlaktewater zicht ontwikkelt. Dit is belangrijke informatie voor later, als deze stoffen wel een norm krijgen.
De kwaliteit van het grond- en oppervlaktewater wordt gemeten door middel van circa 10 geplaatste peilbuizen. Deze komen op diverse plekken dichtbij en verder weg (referentie-situatie zonder Beaumix) van de N206. Hierbij starten we met een ‘nulmeting’, waarbij we kijken naar hoe het water er nu uitziet. Zo kunnen we met de jaarlijkse metingen kijken of er eventueel veranderingen waarneembaar zijn.
Er is sprake van zogeheten genormeerde en niet-genormeerde stoffen. Voor genormeerde stoffen is een toetsingskader vastgesteld waarop gehandhaafd kan worden. Voor niet genormeerde stoffen zijn geen toetsingskaders vastgesteld . Voor deze stoffen zal een trend worden gemonitord.
1 keer per jaar.
We gaan voorlopig de komende tien jaar monitoren, maar waarschijnlijk wordt de monitoring verlengd.
De wens van het college is om langer dan tien jaar, te meten. Gedurende de eerste tien jaar kunnen we bekijken hoe we hier het beste vorm aan kunnen. Uitlogen, de vakterm als mogelijke schadelijke stoffen uit de Beaumix in het grond- en oppervlaktewater komen, gaat over een periode van decennia.
Er worden meerdere peilbuizen geplaatst langs de N206 waar Beaumix is toegepast. Daarnaast wordt ook een peilbuis op grotere afstand van de N206 (en de toegepaste Beaumix) geplaatst om het verschil te kunnen meten. Zo worden er op verschillende locaties metingen gedaan die we met elkaar kunnen vergelijken.
Het monitoringsplan is gemaakt door bureau IDDS, in opdracht van de gemeente Katwijk en de Omgevingsdienst West-Holland. Deze partij is bij een eerder onderzoek naar Beaumix betrokken geweest en heeft dus enige ervaring.
Het uitgangspunt is dat stoffen die zijn uitgeloogd uit de Beaumix die twee jaar geleden is toegepast, het grondwater nog niet hebben bereikt. Dit komt doordat uitloging een proces van decennia is.
Omdat de Beaumix hier ligt op speciale folie en daarmee is ‘afgeschermd’ van de bodem. Er is dus geen sprake van uitloging van de Beaumix in het grondwater. Indien er een lek ontstaat zal er sprake zijn van een instroming door het water (vakterm= kwelsituatie). Het grondwater zal niet in de bodem stromen.
Nee, in sommige gevallen, afhankelijk van de bodem, kan een stof de norm overschrijden zonder dat er sprake is van toegebrachte vervuiling. Dit heeft een natuurlijke oorzaak.
De technische uitleg hiervan is:
Regelmatig worden in het (freatische) grondwater overschrijdingen van de streefwaarden voor grondwater gemeten, zonder dat sprake is van een aantoonbare bron van verontreiniging. Dit geldt vooral voor arseen, nikkel, zink, lood en barium. Deze stoffen kunnen in sommige gebieden/bodems in Zuid-Holland zelfs de interventiewaarde (dit is de waarde waarboven sprake is van sterke verontreiniging) voor het grondwater overschrijden. Deze gebieden/ bodems kenmerken zich door relatief grote fluctuaties in de waargenomen gehalten in ruimte en tijd. De verhoogde gehalten worden toegeschreven aan natuurlijke oorzaken en de fluctuaties in de gehalten aan de natuurlijke schommelingen van de grondwaterstand en de daarmee samenhangende redoxreacties in de bodem. Dit is terug te vinden in het Gezamenlijk Bodemsaneringsbeleid provincie Zuid-Holland (29 november 2013).
In de huidige opzet is hier nog geen rekening mee gehouden. Door IDDS en de gemeente Katwijk zal navraag worden gedaan bij het hoogheemraadschap Rijnland of er een grondwatermeetnet nabij de Ir. G. Tjalmaweg aanwezig is, en of hier recente data met betrekking tot het zoutgehalte zijn. Indien dit niet het geval is, zullen enkele (nader te bepalen) monsters aanvullend worden geanalyseerd op chloride.
Nee, de stroming van het diepe grondwater (waar het drinkwater uit gewonnen wordt) is de andere kant op. Vanuit de kust naar het binnenland. Het grondwater waar Beaumix in kan uitlogen, wordt niet gebruikt voor drinkwater.
Dit zal dan verdergaand onderzoek moeten gaan uitwijzen. Op dit moment moeten we uitgaan van de feiten die we nu na 2 jaar onderzoek weten. We hebben te maken met een gecertificeerde bouwstof die toegepast mag worden in de bodem. Wij zijn de eerste partij die hierop een monitoring gaat doen bij grond- en oppervlakte water waar dit is toegepast.
Omdat de toepassing ervan volgens het besluit bodemkwaliteit voldoet en het daarmee een goedgekeurde bouwstof is. Er is daarom voor de provincie geen juridische grond om dit weg te halen en voor de gemeente geen juridische grond om dit tegen te houden.
Er zal eerst onderzocht moeten worden of aangetroffen vervuiling van het water door de toepassing van Beaumix veroorzaakt is. Ook moet dan worden na verdergaand onderzoek worden bepaald of een dergelijke ingreep noodzakelijk is.
Monitoring van het grond- en oppervlaktewater geeft inzicht in hoe de kwaliteit van het water zich ontwikkelt. De gemeente vindt het belangrijk om de zorgen serieus te nemen en gaat daarom monitoren. Zo houden we een goed beeld op de kwaliteit van het water.
Nee, dit lobbytraject loopt al enige tijd, en lijkt succesvol. Wij vinden het sowieso belangrijk dat het duidelijk is wat er in de openbare ruimte aan bouwstoffen wordt gebruikt en wat het effect van deze stoffen op de omgeving is. Daarom blijven we ons inzetten op (strengere) normering van stoffen.
Het is een feit dat wij als gemeente Katwijk op dit moment niet het gebruik van een bouwstof als Beaumix kunnen tegenhouden door landelijke wet- en regelgeving. We kunnen alleen zoveel mogelijk inspelen op de zorgen door bijvoorbeeld nu te monitoren en de lobby richting de politiek te voorzien van onze ervaringen en bevindingen.