Veelgestelde vragen onderzoek Beaumix
Aan de noordkant van de Tjalmaweg wordt – met uitzondering van de Torenvlietslaan – geen Beaumix gebruikt. In de noordelijke parkzone zal alleen worden gewerkt met zand. Voor de fundering van de tijdelijke weg wordt gebruik gemaakt van menggranulaat (Repac). Dit is een mengsel van gebroken bakstenen en betonpuin, dat overal in Nederland wordt gebruikt voor verharding van tijdelijke wegen, bouwwegen of als fundering onder asfaltwegen. Dit materiaal mag een kleine hoeveelheid plastic en metalen bevatten. De tijdelijke weg is voor een groot deel de basis voor het toekomstige snelfietspad. Het granulaat zal ook voor het fietspad als fundering dienen.
In het onderzoek naar de samenstelling van de Beaumix wordt vooral gekeken naar genormeerde metalen, zoals koper, antimoon en chroom. Voor deze stoffen schrijft het Besluit Bodemkwaliteit een maximale hoeveelheid ‘uitloging’ voor. Dit is de mate waarin stoffen door bijvoorbeeld regen in de bodem zouden kunnen spoelen, en daarmee mogelijk in het grond- en oppervlaktewater. Wanneer er te veel metaal in de Beaumix zit, is er een risico dat de bodem verontreinigd wordt.
Het doel van het onderzoek is kunnen vaststellen of de Beaumix voldoet aan de wettelijke eisen. Mocht het onderzoek hierin geen volledige duidelijkheid geven, dan wordt bepaald welk vervolg onderzoek nodig is.
De partij die de Beaumix toepast, heeft volgens de Wet Bodembescherming een ‘zorgplicht’. Dit betekent dat deze partij alles moet doen wat redelijk is om te voorkomen dat de bodem verontreinigd raakt.
Het onderzoek wordt begeleid door adviesbureau Antea Group. Dit is een extern en onafhankelijk adviesbureau. De monstername wordt verzorgd door Sialtech. De monsters worden geanalyseerd door een onafhankelijk laboratorium.
Op 26 en 27 maart 2021 zijn er voorbereidingen gedaan voor de monstername. Hierbij hebben experts via veldonderzoek en proefboringen gekeken waar het materiaal het beste verzameld kan worden voor de meest representatieve monsters. Ook hebben omwonenden plekken voor de bemonstering aangegeven. In de week van 6 tot 9 april 2021 wordt het materiaal voor de monsters verzameld. Dit gebeurt met hulp van machines en zo diep als nodig is: niet alleen de toplaag maar ook diepere lagen worden onderzocht. Uit dit materiaal worden volgens geldende regels en voorschriften monsters samengesteld. Een gecertificeerd laboratorium zal deze monsters analyseren.
Dat gebeurt via vooraf vastgestelde methodes. Er wordt opdracht gegeven aan een geaccrediteerd laboratorium voor zogeheten AP04 analyses. Dit is de enige en juiste methode van onderzoeken.
Er worden zoveel monsters genomen als nodig is om het materiaal goed te onderzoeken. Vooralsnog gaan wij er vanuit dat 10 à 12 monsters geanalyseerd zullen worden, maar het is aan het onafhankelijk adviesbureau Antea Group om te bepalen wat nodig is. In ieder geval worden partijen die eerder aanleiding hebben gegeven tot zorgen, apart van de rest bemonsterd.
Het onderzoek richt zich op de verschillende partijen Beaumix, maar vooral op de plekken die hiervoor specifiek zijn geselecteerd omdat daar de meeste verontreiniging verwacht wordt. Het aangeven van die plekken is gebeurd door experts en door omwonenden (zie ook de vraag: hoe gaat het onderzoek in zijn werk). Het uitgangspunt is dat er een goed beeld ontstaat van de kwaliteit van het toegepaste Beaumix. Dit op advies van het onafhankelijke adviesbureau.
Dat wordt bepaald aan de hand van de proefboringen en dossieronderzoek. Veldwaarnemingen zijn ook bepalend voor de monsternamestrategie. Zie ook: hoe gaat het onderzoek in zijn werk.
We starten nu met een onderzoek naar genormeerde metalen, waaronder metalen als koper, chroom en antimoon, en het onderzoek naar het proces: het ketenonderzoek (door de provincie vanuit haar rol als opdrachtgever). Dit biedt een duidelijk (juridisch) kader en richtlijnen waarop we kunnen toetsen. Afhankelijk van de uitkomsten van deze onderzoeken wordt besloten of en welk nader onderzoek nog nodig is.
Dat is afhankelijk van wat er uit het onderzoek naar de genormeerde stoffen en het ketenonderzoek naar voren komt. Daarover kunnen we nu nog geen uitsluitsel geven.
We wachten nu eerst de uitslag van de onderzoeken af. Daarna bepalen we het vervolg.
Er is nu geen juridische basis om het werk stil te leggen. Het is nog niet duidelijk of de Beaumix schadelijk is voor het milieu. Als dat wel zo zou zijn, dan is er nog voldoende tijd om maatregelen te treffen, omdat het materiaal hier nog maar relatief kort ligt.
De Beaumix langs de Tjalmaweg blijft daar liggen totdat het onderzoek is afgerond. De gemeente inspecteert de locatie dagelijks. Er gebeurt tot die tijd ook niets met de Beaumix dat onomkeerbaar is.
De werkzaamheden voor de aanleg van de RijnlandRoute gaan door. Aannemer Boskalis mag de geplande werkzaamheden uitvoeren, maar zal niets doen wat het nemen van monsters belemmert. De Beaumix zal in het werkterrein blijven liggen en kan voor werkzaamheden binnen dit werkterrein verplaatst worden.
De Beaumix is momenteel met overhoogtes aangebracht in zettingslichamen. Door deze overhoogtes klinkt de grond eronder nu al in zodat de weg niet meer zakt als die in gebruik wordt genomen. Boskalis meet dat en inmiddels is de ondergrond voldoende gezet. Daarom worden op dit moment de overhoogtes afgegraven en naar andere delen gebracht op het werk. Dit is een gebruikelijke werkwijze.
Ja. In de eindsituatie ligt Beaumix niet aan de oppervlakte. Op een deel van de Beaumix worden wegen aangebracht, op het overige deel wordt grond aangebracht die later wordt ingezaaid of beplant. Het afdekken voorkomt ook verstuiving.
Uitloging van schadelijke stoffen is een proces dat geleidelijk verloopt. In de loop der tijd neemt langsstromend (regen)water iedere keer een klein beetje van deze stoffen mee. Als stoffen eenmaal in de onderliggende bodem terechtkomen stromen deze niet direct door tot in het grondwater. Bodemdeskundigen gaan ervan uit dat het meerdere jaren duurt voordat schadelijke stoffen in het grondwater terecht komen.
De gemeente heeft, achter de schermen, vanaf september actie genomen. Wij hebben het materiaal zelf ter plaatse bekeken, en hebben toen een sneltest laten uitvoeren. Deze test gaf geen aanleiding om verder onderzoek te doen. Wij zijn doorgegaan met het inwinnen van informatie over Beaumix bij verschillende instanties, maar kregen steeds de bevestiging dat het materiaal voldoet. Na vervolgvragen aan de Dienst Infra van de Landelijke politie en aan Rijkswaterstaat kreeg de gemeente eind december 2020 het signaal dat er in Beaumix ook stoffen kunnen zitten die geen deel uitmaken van de keuringen. Hierna hebben wij contact gezocht met de Omgevingsdienst West-Holland. We hebben gevraagd ons te helpen met vervolgonderzoek om antwoord te krijgen of de gebruiker van Beaumix, Boskalis, zich aan de zorgplicht houdt. Dat onderzoek is nu gestart.
Als overheid hebben wij te maken met verschillende betrokkenen met verschillende belangen. Daarom zijn wij gebonden aan een juridisch kloppend onderzoeksproces, dat volgens de geldende normen wordt uitgevoerd. Alleen dan geven de uitkomsten duidelijkheid en hebben wij een juridische basis om zo nodig op te kunnen treden.
Boskalis is uitvoerend aannemer en ervoor verantwoordelijk dat binnen de kaders van het contract wordt gewerkt. Als opdrachtgever toetst de provincie Zuid-Holland de plannen en ontwerpen van Boskalis. De provincie Zuid-Holland krijgt ook alle partijkeuringen van de Beaumix en controleert deze zelf ook.
De gemeente Katwijk is bevoegd gezag in het kader van het Besluit bodemkwaliteit.
De provincie Zuid-Holland is bevoegd gezag voor de Wet bodembescherming en heeft de uitvoering hiervan gemandateerd aan de vijf Zuid-Hollandse Omgevingsdiensten.
Katwijk valt binnen het werkingsgebied van de Omgevingsdienst West-Holland, en voert haar taken in het kader van het Besluit Bodemkwaliteit zelf uit.