Voorwerpen voor werkzaamheden

Algemeen

Artikel 1 - Gevaar en overlast

Het voorwerp geplaatst op, langs of boven de openbare weg/grond mag geen gevaar en overlast opleveren voor alle verkeer, waaronder voetgangers.

Artikel 2 - Vervuiling en beschadiging

  1. Alle maatregelen ter voorkoming van vervuiling of beschadiging van bestrating of andere gemeente-eigendommen moeten worden genomen. De locatie van het te plaatsen voorwerp en de directe omgeving dient regelmatig te worden schoongehouden, dagelijks na het ontruimen dient de locatie opgeruimd te zijn.
  2. Eventueel veroorzaakte schade moet onmiddellijk worden gemeld bij de wegbeheerder van de gemeente en zal in rekening worden gebracht.
  3. Eventueel veroorzaakte vervuiling moet worden gereinigd; indien dit niet mogelijk is moet dit eveneens onmiddellijk worden gemeld bij de wegbeheerder van de gemeente. De kosten voor de reiniging zullen aan de veroorzaker/vervuiler in rekening worden gebracht.

Artikel 3 - Hulpverleningsdiensten

Een minimale vrije doorgang van 3.50 meter op de weg voor voertuigen van de hulpverleningsdiensten dient te allen tijde gewaarborgd te zijn. Evenals een doorrijhoogte van 4.20 meter.

Artikel 4 - Afsluiten weg

Indien ten behoeve van het plaatsen van een voorwerp op, boven of aan de weg een straat dient te worden afgesloten dan dient u hierover uiterlijk 10 werkdagen voor aanvang van de afsluiting contact om te nemen met het de wegbeheerder van het Ingenieursbureau, via telefoonnummer 071 406 50 00 en/of wegafsluiting@katwijk.nl. De wegbeheerder verleent u al dan niet toestemming om de straat af te sluiten. Aan de afsluiting kunnen voorwaarden worden gesteld.

Artikel 5 - Toezicht en handhaving

Alle aanwijzingen en bevelen van politie, brandweer, de gemeentelijke opsporingsambtenaren en/ of de toezichthouders van de gemeente Katwijk, gegeven in het belang van de openbare orde en/ of veiligheid, dienen stipt en onmiddellijk te worden opgevolgd.

Artikel 6 - Onvoorziene gevallen

In de gevallen waarin de nadere regels niet voorzien, beslissen de burgemeester, burgemeester en wethouders, ieder voor zover het hun bevoegdheid betreft.

Artikel 7 - Overgangsrecht

Vergunningen die zijn verleend onder de werking van de Algemene Plaatselijke Verordening Gemeente Katwijk d.d. 28 mei 2009, die golden op 15 april 2011 blijven van kracht. De vergunninghouder dient de betreffende vergunning op verzoek van politie, brandweer, de gemeentelijke opsporingsambtenaren en/ of de toezichthouders van de gemeente Katwijk te kunnen tonen.

Specifiek

Artikel 1 - Begripsomschrijvingen 

  1. Onder voorwerp wordt verstaan: container, keetwagens, (chemische) toiletten, steigers, ander materiaal voor opslag e.d..
  2. Onder kraanwagen wordt verstaan: kraanwagen, hoogwerker, mobiele betonpompen, zuig- en blaasvoertuigen, grote transportwagens en andere voertuigen met een dergelijke omvang.

Artikel 2 - Plaats en omvang

  1. De plaatser van het voorwerp en/ of de kraanwagen moet zorgen voor een goede zichtbare afzetting/ markering van het voorwerp en/ of de kraanwagen (ook tussen zonsondergang en zonsopgang) door bijvoorbeeld reflecterende markeringsstrepen, bebording, geleidebakens, verlichting e.d. Tevens moet de houder/ gebruiker van het voorwerp en/of de kraanwagen er voor zorgen dat er niets van het voorwerp en/of de kraanwagen kan weg- of afwaaien e.d.Indien er ruimte op de stoep of een parkeerplaats aanwezig is, is het verboden een voorwerp en/of kraanwagen op de rijbaan te plaatsen. Het plaatsen van een voorwerp en/of kraanwagen op de stoep is toegestaan, indien de stoep over de totale lengte (gerekend vanaf uw gevel) een minimale vrije doorgang van 1.50 meter heeft ( indien er een boom, fietsenrek o.i.d. op de stoep staat een minimale vrije doorgang van 1.20 meter). Dit onder andere om een vrije doorgang te garanderen bij calamiteiten. Het is niet toegestaan een voorwerp en/of kraanwagen op een gehandicapten-parkeerplaats te plaatsen of voor een in- of uitrit.
  2. Brandkranen, andere bluswaterwinplaatsen en inspectieputten van het riool moeten worden vrijgehouden voor toegang en gebruik door blusvoertuigen.

Artikel 3 - Aanvullende regels ten behoeve van containers

  1. Containers, bestemd voor het bewaren van aan bederf onderhevig afval, moeten gesloten containers zijn.
  2. Door middel van bijvoorbeeld een zeil of een net moet worden voorkomen dat (verpakkings)materiaal in een open container als gevolg van wind op de openbare weg wordt geblazen.
  3. De af te voeren container dient afgesloten te worden vervoerd, bijvoorbeeld door middel van een net, ter voorkoming van vervuiling van de weg waarover de container wordt vervoerd en ter voorkoming verkeersonveilige situaties op de weg.
  4. Bij het gebruik van open containers mogen er geen voorwerpen uitsteken.

Artikel 4 - Overige regels

Op het voorwerp dient de naam en het telefoonnummer van de eigenaar of de verhuurder te zijn aangegeven.

Artikel 5 - Beperking plaatsingsmogelijkheden

Burgemeester en wethouders kunnen in het belang van de openbare orde en de openbare veiligheid aanwijzingen geven, dan wel de plaatsing op de voorgenomen plaats verbieden