Boulevard

De identiteit van de Boulevard is beschreven in de welstandsnota 3. Boulevard.

U wordt geïnformeerd over het profiel van de boulevard, de geschiedenis en wat de welstandsnota wil bereiken met de voorwaarden die zij stelt aan bouwen en verbouwen van de Boulevard.

Voorwaarden Boulevard

Op deze pagina staan de voorwaarden in eenvoudiger taalgebruik. De stadsbouwmeester toetst de aanvragen aan de vastgestelde welstandsnota en de daarin vastgestelde voorwaarden. Alle vastgestelde voorwaarden waaraan de stadsbouwmeester toetst vindt u bij 'meer informatie'. 

De boulevard is opgedeeld in de volgende deelgebieden:

  1. Deelgebied I Bebouwingslint.
  2. Deelgebied II Centrum
  3. Deelgebied III Andreashof
  4. Deelgebied IV Vuurtorenplan
  5. Deelgebied V Hotel Savoy
  6. Deelgebied VI Zeehospitium en Zuidboulevard

Voorzijde Boulevard

Algemeen

  • Met de gevels en de gehele bebouwingswand langs de Boulevard dient zeer zorgvuldig te worden omgegaan. Om de karakteristieke kenmerken van de wederopbouwarchitectuur te behouden, zijn regels voor nieuw-, aan- en verbouw van panden binnen het bebouwingslint opgesteld.
  • De boulevard is opgedeeld in bouwblokken met eigen architectonische uitstralingen en bijzonderheden.

Ligging

  • De lineaire bebouwingsstructuur met bebouwing in de voorgevelrooilijn moet behouden blijven.
  • Binnen de bebouwingswand dienen bestaande bloksgewijze en onderlinge pandsgewijze verschillen tussen de panden het uitgangspunt te blijven.
  • De noklijn van de flauwe daken loopt evenwijdig aan de boulevard, maar verspringt per pand.

Massa en vorm

  • Indien meerdere kavels naast elkaar gelijktijdig (her)ontwikkeld worden en het pand is groter dan twee oorspronkelijke kavelbreedtes, dan moet de oorspronkelijke pandsgewijze ritmiek behouden blijven en tot uitdrukking worden gebracht in het gevelbeeld.
  • Hoekpanden mogen in architectuur (gevelcompositie) afwijken.
  • Bovenste laag mag architectonisch (gevelcompositie) afwijken.

Detaillering

  • De detaillering is typerend voor de wederopbouw, is eenvoudig en helder vormgegeven en dient als uitgangspunt bij renovatie en nieuwbouw gehanteerd te worden.
  • Overstekken worden toegepast en dienen recht te zijn.
  • Bij ver- of nieuwbouw dienen kozijnomrandingen, gevelbanden, luifels en erkers typerend te zijn.
  • Reclame-uitingen moeten afgestemd zijn op de kenmerken van de architectuur en ornamentiek.

Materiaal: en kleurgebruik

  • Om verlies van een samengestelde en divers beeld te voorkomen, moet elk pand aan tenminste één zijde worden begrensd door een pand dat niet wit geschilderd is.
  • De flauwe daken hebben een grijze bitumineuze dakbedekking; deze wordt als uitgangspunt gehanteerd.
  • De kenmerkende kleurtoepassing van kozijnen, hekwerken, dakranden en accenten is wit, stalen ramen kunnen donker zijn, afgestemd op het omliggende materiaal. Draaiende delen zijn veelal gekleurd in vale/grijzige kleurtinten.
  • Balustrades dienen te zijn opgebouwd uit baksteen, soms in combinatie met beton of ijzerwerk. Kunststof platen, glasplaten of houttoepassingen zijn voor nieuw-, aan- of verbouw niet toegestaan.

Erfafscheidingen

  • Erfafscheidingen moeten in samenhang met de woning worden ontworpen.
  • Lage muurtjes dienen van metselwerk te zijn.

Achterzijde Boulevard

Ligging

  •  Waar kavels grenzen aan een openbare straat, geldt dat er bij ver- of nieuwbouw over de volle breedte van de achtergevel gebouwd moet worden of dat er een gemetselde erfafscheiding met geïntegreerde deuropeningen moet worden gerealiseerd.

Massa en vorm

  • De bebouwing hoger dan 3 meter moet worden voorzien van raamopeningen, die tenminste 20% van het geveloppervlak uitmaken.
  • Raamopeningen in deze bebouwing moeten tenminste 3 meter van het buurpand verwijderd zijn.

Detaillering

  •  De detaillering is eenvoudig, helder en licht vormgegeven.
  •  Overstekken lopen recht en hebben geen taps toelopende delen.
  •  Reclame-uitingen sluiten aan bij de kenmerken van detaillering (ornamentiek).

Materiaal en kleurgebruik

  • De bebouwing heeft een bakstenen gevel.
  • De baksteen is geel of rood in verschillende tinten (natuurlijke kleurstellingen).
  • Houten schuren op de achterkavels zijn niet toegestaan.
  • De gevel mag wit geschilderd zijn, andere kleuren zijn niet toegestaan.
  • Vaste raamdelen zijn wit, draaiende delen mogen anders gekleurd zijn.
  • Garagedeuren hebben donkere kleuren.

Erfafscheidingen

  • Erfafscheidingen moeten in samenhang met de woning worden ontworpen.
  • Erfafscheidingen in metselwerk.